Rosenobel dubbelgoud vast op vloei

Rosenobel dubbelgoud vast op vloei van het beste Duitse fabrikaat in de extra dikke kwaliteit. Er zit 18 gram goud in per 1000 vel bladgoud. De velletjes meten 8 x 8 cm. Het goud komt per boekje van 25 vel, op een transferblaadje gehecht. 1 boekje van deze kwaliteit bevat dus 0,45 gram goud.

Deze kwaliteit wordt traditioneel veel buiten gebruikt. Het verschil met dubbel torengoud is zeer gering, de 1% legering anders dan goud is bij Rosenobel  geen platina (dit is het geval bij ons dubbel torengoud) maar koper - zink. Deze kwaliteit bestaat dus uit 99% goud en 1% legering.

Er zijn ook leveranciers die dit 23,75 karaats rosenobelgoud "torengoud" noemen. What's in an name, dat kan ook natuurlijk. In kleur is het ook bijna gelijk - het platina maakt het een fractie minder warm dan de koper-zink legering; echter de getoonde foto's overdrijven dit verschil flink, men moet er wat naar zoeken in het echt.

De ondergrond dient van zichzelf buitenwaardig te zijn of zodanig afgewerkt te zijn. Hout en staal bijvoorbeeld dienen dus in een goed verfsysteem te zitten.

Over deze verf komt de mixtion, de lijm waar het goud op geplakt wordt. De meest gebruikte varianten zijn Oliemixtion en Instacoll (voor een hoogglans vergulding in de meest toegepaste variant). Afhankelijk van de vorm van de ondergrond worden hele velletjes gebruikt of wordt het goud geknipt met een schaar. Eenvoudig gezegd is bladvergulden met bladgoud vast op vloei "knippen en plakken''.

Er wordt licht overlappend geplakt, in 1 richting (zoals van links naar rechts, van boven naar benee) als men zo gesloten mogelijk wil vergulden. Nadat alles is aangeduwd gaat men met goudstoffer (in het geval van oliemixtion) of met een zacht doekje (bij Instacoll) over het goud. De overlapjes, waar geen lijm onder zit, wrijft men zodoende weg.

Per boekje van 25 vel, 1 velletje meet 8 x 8 cm.